Goalball is een paralympische sport die is ontworpen voor atleten met een visuele beperking. De sport werd voor het eerst geïntroduceerd tijdens de Paralympische Spelen van 1976 in Toronto, Canada en wordt nu wereldwijd beoefend.
Goalball wordt gespeeld door twee teams van drie spelers. Het doel van het spel is om de bal in het doel van de tegenstander te gooien, terwijl je het doel van je eigen team verdedigt. De bal heeft een belletje aan de binnenkant, zodat de spelers kunnen horen waar de bal is en waar deze naartoe gaat.
De spelers bewegen zich voort over het veld door te schuiven over de grond. Het veld is verdeeld in drie zones. De spelers gooien de bal vanuit hun eigen zone en proberen die in het doel van de tegenstander te krijgen waarbij de bal ook in de middelste zone moet stuiteren .
Het spel bestaat uit twee helften van elk twaalf minuten, met een pauze van drie minuten tussen de helften. Tijdens de wedstrijd mag het publiek niet praten of geluid maken om de spelers niet in de war te brengen. Elke bal moet ook binnen 10 seconden gespeeld worden, anders ontvangt het team dat het spel vertraagt een penalty tegen.
Er zijn drie klassen van deelnemers in goalball, gebaseerd op de mate van visuele beperking. Klasse B1-spelers hebben een zeer beperkt gezichtsvermogen en spelen zonder zicht, terwijl klasse B2- en B3-spelers enigszins in staat zijn om visuele informatie waar te nemen.
Het speelveld is ook ontworpen om de zintuiglijke ervaring van de spelers te verbeteren, met voelbare markeringen op de vloer die de verschillende zones en lijnen aangeven. De spelers gebruiken hun lichaam om de grenzen van het veld te voelen en zich te oriënteren op de positie van de bal. Dit betekent dat de sport een hoge mate van ruimtelijk bewustzijn en precisie vereist, en ook helpt om het speelveld gelijk te maken voor spelers met verschillende graden van visuele beperking.
Tijdens het spel moeten spelers een geblindeerde bril dragen om het speelveld gelijk te maken, zodat alle spelers volledig blind zijn. Dit zorgt ervoor dat spelers met verschillende graden van visuele beperking een gelijke kans hebben om te concurreren. De spelers gebruiken ook een unieke werptechniek, waarbij ze de bal om hun lichaam laten draaien voordat ze deze loslaten, om meer kracht en spin aan de bal toe te voegen.