Nog geen 24 uur nadat John Licht bij een auto-ongeluk zijn rechterbeen was verloren, besefte de Nederlander – liggend in een Duits ziekenhuisbed – dat hij er met zelfmedelijden niet zou komen. Nog geen jaar later was Licht lid van het nationale rolstoelbasketbalteam. En nu, bijna 50 jaar later, is hij een van de dragende krachten achter de sport in Nederland. “Opgeven is geen optie. Toen niet, nu niet.”
Zeg je rolstoelbasketbal, dan zeg je John Licht. Overal en nergens duikt hij op in Nederland. Eerst als speler, daarna als trainer en coach, maar ook als teammanager, opleider, inspirator en – zoals bij de European Para Championships – als floormanager. “Deze week ben ik verantwoordelijk voor alles wat er op en rond de speelvloer gebeurd. Behalve dan de score, dat is aan de spelers, de scheidsrechters en de jurytafel.”
Licht stond maandagavond bovendien, tot zijn eigen verrassing, opeens zelf in het middelpunt van de belangstelling. Op de vloer. Hij ontving, net als collega-duizendpoot Wim Ludeke, de Rob Verheuvelprijs, voor zijn verdiensten voor het rolstoelbasketbal in Nederland. Wie zijn verhaal hoort, kan niet anders concluderen dan dat die uitverkiezing terecht is.
Vlak voor aanvang van de laatste poulewedstrijd van het Nederlandse mannenteam tegen Polen, die met 73-61 wordt gewonnen, heeft Licht wel even tijd en vertelt hij gloedvol over zijn missie om meer minder-validen aan het rolstoelbasketballen te krijgen. In Nederland spelen tussen de 400 en 500 mannen, vrouwen en kinderen de sport. Zonder overdrijven kun je stellen dat Licht ze bijna allemaal kent, en dat hij velen ervan zelfs de eerste kneepjes leerde. Ook van het huidige Nederlandse team hebben meerdere spelers hun eerste ervaringen met rolstoelbasketbal bij Licht opgedaan. “Ik vind dat geweldig om te zien. Mijn hart gaat dan helemaal open. Het is voor mij altijd weer het bewijs dat ze goed geluisterd hebben naar wat ik bij de kennismaking altijd zeg: ‘kan niet’ bestaat niet.”
Licht heeft dat inderdaad als gouden regel. Bij elke clinic die hij voor (S)Cool on Wheels geeft, vertelt hij zijn eigen levensverhaal en legt dan ook direct uit dat in zijn hoofd opgeven geen optie was. “Ik lag in oktober 1974 na mijn auto-ongeluk in het ziekenhuis, was net mijn been verloren. Maar naast me lag iemand enorm te klagen en te kermen. Die was er minder erg aan toe, maar vond zichzelf enorm zielig. Meteen toen al ging bij mij een knop om.” Eenmaal terug in Nederland maakte hij tijdens de revalidatie kennis met rolstoelbasketbal. “En een half jaar later zat ik in het Nederlands team.”
De sport was toen nog heel wat braver. Licht: “Als je maar in de buurt van je tegenstander kwam, kreeg je al een fout. De sport is zoveel fysieker, zoveel sneller en professioneler geworden.” Daarmee is het wereldwijd een kijkcijferhit. “Ik snap het ook wel. Er zit zoveel tactiek in, maar ook zoveel spektakel”, aldus Licht, die naast zijn carrière als speler al snel ook het coachen en trainen oppakte. “Ik was één van de eersten in een rolstoel die ook de A-licentie bij de bond haalde.”
Leuker nog dan het coachen en trainen van gevorderden, is wat hem betreft het laten kennismaken van jongeren met de sport. Namens het project (S)Cool on Wheels, van het Fonds Gehandicaptensport, geeft hij voordrachten voor basisschoolkinderen uit groep 7 en 8. “We beginnen altijd met theorie, met mijn verhaal. Je krijgt dan de mooiste vragen. Kinderen zijn heel eerlijk. Willen bijvoorbeeld weten hoe je moet plassen als je in een rolstoel zit. Ik ga ook gewoon naar de wc leg ik ze dan uit.”
Als daarna de rolstoelen uit zijn aanhanger komen, is er direct enthousiasme en wil iedereen liefst zo snel mogelijk leren rollen én scoren. “Zo gaat dat in een revalidatiecentrum ook. Mensen krijgen snel de smaak te pakken.”
Deze zomervakantie ligt de prioriteit bij het topbasketbal. Licht is in Ahoy een trotse floormanager. “Ik vind het echt geweldig wat de organisatie hier heeft neergezet. De hele entourage, het straalt iets uit. Zo’n scorebord boven de middencirkel is bijvoorbeeld waanzinnig, dat kennen wij eigenlijk meestal niet. Als je de sport zo neer kan zetten, spreekt ze iedereen aan. Dan krijg je wel volle tribunes.”
Zeker als dan het thuisland ook nog goed presteert. “Over de vrouwen hoeven we het niet eens te hebben. Die winnen het EK, WK, de Paralympische Spelen en daarna weer het WK. Ik geef ze nu ook weer een hele goede kans. De Nederlandse mannen hebben bij het WK in Dubai met de vierde plaats helaas net geen paralympische kwalificatie afgedwongen, dat kan hier nu alsnog. Ze zijn, mede dankzij de steun van NOC*NSF, echt top bezig de laatste tijd.”
In de laatste poulewedstrijd tegen Polen wordt het dinsdagmiddag nog wel even spannend. Na een 35-30-voorsprong voor Oranje bij rust kruipen de twee teams naar elkaar toe. Aan het begin van het vierde kwart neemt Polen een beetje afstand: 52-58. Daarna staat echter Nederlands topscorer Mendel Op den Orth (28 punten) op. Met meer dan 10 punten op rij wordt eerst het gat gedicht en daarna alsnog een kloof geschapen: 73-61.
Met Nederland gaan in groep A ook Spanje, Polen en Duitsland naar de kwartfinales. Uit groep B plaatsten Groot-Brittannië, Turkije, Italië en Frankrijk zich. Woensdag worden de kwartfinales gespeeld.
Voor de halve finales bij de vrouwen zijn Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Spanje gekwalificeerd.