Rolstoelbasketbal is een teamsport voor atleten met een lichamelijke beperking. Het spel is gebaseerd op het traditionele basketbalspel, maar met aangepaste regels en vereisten om tegemoet te komen aan de behoeften van atleten in rolstoelen.
De geschiedenis van rolstoelbasketbal gaat terug tot de Tweede Wereldoorlog, toen gewonde soldaten terugkeerden uit de oorlog en op zoek waren naar manieren om actief te blijven. In de jaren ‘40 van de vorige eeuw ontstond in de Verenigde Staten het eerste rolstoelbasketbalteam. In de jaren ‘50 werd het spel populair in Europa en Azië.
Rolstoelbasketbal-wedstrijden worden gespeeld met een team van 5 spelers op het veld. Elke speler heeft een bepaald aantal punten dat zijn of haar handicap weerspiegelt, variërend van 1.5 tot 4.5. Dit noemen we het classificatie-systeem. Het totale puntenaantal van de spelers die op het veld staan, mag niet hoger zijn dan 14. Zo wordt er gezorgd voor een eerlijk en competitief speelveld.
Een rolstoelbasketbalwedstrijd bestaat uit vier kwarten van 10 minuten. Als het spel gelijk eindigt, volgt er een extra verlenging van vijf minuten. Het doel van het spel is om zoveel mogelijk punten te scoren door de bal in de basket van de tegenstander te gooien. Spelers mogen de bal vasthouden en dribbelen, en ze moeten passen of de bal stuiteren om de bal aan andere teamleden te geven.
Tijdens het spel zijn er enkele belangrijke termen en regels in rolstoelbasketbal, waaronder:
- Schotklok: Elk team heeft 24 seconden om een schot op de basket te lossen. Als deze tijdslimiet wordt overschreden, wordt de bal en het recht om te spelen toegekend aan de tegenstander.
- Dribbelen: Een speler mag tegelijkertijd de rolstoel voortbewegen en de bal laten stuiteren, maar als de bal echter wordt opgepakt en/of op de schoot van de speler wordt geplaatst, mag de speler slechts twee keer duwen voordat hij moet schieten, passen of dribbelen. Er is geen regel voor dubbel dribbelen in rolstoelbasketbal.
- Overtredingen: De rolstoel wordt beschouwd als onderdeel van het lichaam van de speler met betrekking tot het vaststellen van de verantwoordelijkheid voor contact op de baan, bijvoorbeeld bij aanvallen, blokkeren, buiten de begrenzing gaan en andere overtredingen. Een technische fout wordt gegeven als een speler zijn/haar benen optilt om voordeel te behalen of uit de rolstoel komt. Spelers moeten stevig in hun stoel blijven zitten en mogen hun onderste ledematen niet gebruiken om te sturen of voordeel te behalen